De functie van dit koperblaasinstrument is in oorsprong steeds ceremoniëel: tijdens processies, officiële feestelijkheden en allerlei openluchtplechtigheden sinds de oudheid werden er allerlei signalen gespeeld op trompet. Ook in oorlogssituaties werd er lustig en dreigend rond getrompetterd en gebazuind.
Maar in de 18de eeuw was de trompet (of tromba)helemaal salon-, hof- en kerkfähig geworden, zonder echter daarbij de aloude ceremoniële connotaties en symboliek te verliezen. Een feestelijk concerto ondersteunde de macht en kracht van de heerser, en de Bijbel staat bol van verwijzingen naar en symboliek rond het krachtige en bezwerende van de trompetstoten. Vooral de generatie van Bach, Telemann en Graupner greep veelvuldig naar dit feestelijk instrument in een nog steeds plechtig aandoende maar vaak ook virtuose en verfijnde schrijfwijze.
Het is een moeilijk en delicaat gedoe: men heeft kracht en uithoudingsvermogen nodig om met de lippen de weerstand van de embouchure te weerstaan. En de natuurtrompet kan in principe alleen natuurtonen spelen, maar daar kom je bij Bach niet ver mee. Tenzij je Johann Gottfried Reiche heet en Stadtpfeiffer bent in Leipzig, behept met een uitzonderlijk talent voor het clarinblasen (in huidige taal: hij was een high blower). Maar ook Telemann, Graupner en vele anderen schreven, natuurlijk steeds rekening houdend met de mogelijkheden van het instrument, heel wat schitterende partijen voor trompet in cantates, oratoria, concerti, ouvertres, symfonieën, en zelfs kamermuziek.
Het vormen van de verschillende noten op de natuurtrompet, vooral in het hoge register (clarino) waar de natuurtonen dicht bij elkaar liggen en afwijken van de getemperde stemming (ingewikkeld) is bijzonder moeilijk. Daarom spelen vele huidige trompettisten op een baroktrompet, met enkele vingergaatjes die de notenwissels vergemakkelijken (als we dat woord hier kunnen gebruiken). Maar er zijn volhouders, zoals Jean-François Madeuf en enkele van zijn leerlingen, die kiezen voor de authentieke klank van de natuurtrompet en bijhorende risico’s.
Enkele getallen? Telemann spant zoals steeds de kroon met meer dan 200 vocale werken waar de trompet haar betekenisvolle rol speelt (cantates, oratoria, opera’s), maar ook 15 instrumentale juweeltjes. Graupner laat in 127 van zijn meer dan 1400 cantates één of meerdere trompetten met tot 6 pauken tegelijk meespelen. Meestal aangegeven door het belang van de kerkelijke of wereldlijke hoogdag. Bach laat zich niet onbetuigd met bijna 80 cantates (een derde van wat is overgebleven), waarvan de helft voor de standaardformatie van 3 trompetten met pauken. Instrumentaal moeten we het bij hem slechts doen met 2 suites en, natuurlijk, het uitdagende 2de Brandenburgs concerto.